Eenzaamheid (hoog)
19 tot 65
jaar
|
Indicator |
Definitie
Percentage 19-65 jarigen met een hoge eenzaamheidsscore (de Jong-Gierveld >
9).
Meetinstrumenten en bronnen
De indicator is vastgesteld met behulp van een vragenlijst (zowel digitaal als
schriftelijk) voor volwassenen (19-65 jaar). De respondenten in deze monitor
die eens in de vier jaar wordt gehouden, zijn willekeurig getrokken uit de Basisregistratie
Personen (BRP) van elke gemeente. Voor indicator eenzaamheid (hoog) is de landelijke
standaardvraagstelling van de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Senioren
gehanteerd.
Bij deze vraagstelling wordt gebruik gemaakt van de "De Jong Gierveld
schaal". Dit is een vragenset bestaande uit onderstaande 11 items over
emotionele en sociale eenzaamheid met drie antwoordcategorieën (ja, min of
meer, nee). De totaalscore wordt berekend door het aantal antwoorden dat een
gevoel van eenzaamheid aangeeft bij elkaar op te tellen. Bij de negatief
geformuleerde items (nr 2,3,5,6,9,10) zijn dit
de antwoorden “min of meer” of “ja”. Voor de positief geformuleerde items (nr 1,4,7,8,11) zijn dit de antwoorden “nee” of “'min of meer”.
De totale eenzaamheidsscore wordt ingedeeld naar 4 niveaus: niet eenzaam (score
0, 1 of 2), matige eenzaamheid (score 3 t/m 8), sterke eenzaamheid (score 9 of
10) en zeer sterke eenzaamheid (score 11).
Een
respondent is dus (zeer) sterk eenzaam bij minimaal 9 ongunstige scores.
|
Beschrijving
onderwerp |
Achtergrondinformatie
Eenzaamheid is een negatieve situatie, gekenmerkt door gemis en teleurstelling.
Wanneer de eigen situatie niet voldoet aan persoonlijke wensen of verwachtingen
ten aanzien van relaties, kan men zich eenzaam voelen. Het is een persoonlijke,
subjectieve ervaring. Het gaat dan niet alleen om het gevoel weinig contacten
te hebben (kwantiteit) maar ook om het ervaren dat de contacten niet
bevredigend zijn (kwaliteit). Er zijn twee soorten eenzaamheid:
Een gemis aan sociale relaties hangt samen met een ongezonde leefstijl,
psychische ongezondheid en een ongunstiger beloop van ziekten. Meer informatie:
eenzaamheid
Vereenzaming raakt aan de kern van het menselijk bestaan en gaat ten koste van
het emotionele en fysieke welbevinden (Uchino, 2006). Niet alleen het welbevinden vermindert, maar
op termijn heeft eenzaamheid ook een negatieve invloed op de gezondheid.
Eenzaamheid blijkt bij te dragen aan uiteenlopende psychische en fysieke
klachten.
Risicogroepen
De eenzaamheidsgevoelens nemen met de leeftijd toe en komen iets vaker voor bij
mannen. Vrouwen geven echter vaker aan (zeer) ernstig eenzaam te zijn. Mannen
ervaren meer sociale eenzaamheid en vrouwen meer emotionele eenzaamheid. Bekende
risicogroepen zijn mensen met een beperking en, mensen met
gezondheidsproblematiek. Zowel sociale als emotionele eenzaamheid komt bovendien
vaker voor bij laagopgeleiden en niet-westerse allochtonen. Andere factoren die
een rol spelen bij eenzaamheid zijn een tekort aan financiële middelen en de
burgerlijke staat (gescheiden zijn) (RIVM, 2012).
Relatie met gemeentelijk beleid
Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt ook voor sociaal isolement en
eenzaamheid van burgers. Voor gemeenten zijn er tal van mogelijkheden om hier
een bijdrage aan te leveren. In de Handreiking Gezonde Gemeente van het RIVM vindt u handvatten hoe
u dit binnen de gemeente vorm en inhoud kunt geven. Een integrale aanpak heeft
daarbij de voorkeur. Gedacht kan worden aan initiatieven vanuit het
gezondheidsbeleid maar ook vanuit andere gemeentelijke beleidsterreinen, de
eerstelijnszorg, de welzijnsstichting en burgerinitiatieven. Het dossier Wat werkt bij de aanpak van
eenzaamheid? van Movisie
geeft een overzicht van de belangrijkste werkzame factoren, en van
veelbelovende aanpakken voor het verminderen van eenzaamheid.